Terug

 
1946: Bestevaar Dorus Rijkers, Abel Tasman  Juliana  Neptunus 1947  Juliana 1948 1949
  foto's   foto's foto's foto's foto's foto's
Katwijk Weerselo Katwijk Oisterwijk Ootmarsum Ootmarsum Maarn Stroe

 

Zomerkamp Bestevaertroep 1946

De bunkers in de Zuidduinen, 12 - 17 augustus (landverkennerskamp)

Schipper: Dik Parlevliet
Stuurlieden: Jan Stemp, Frans Körndörffer

Deeelnemers
Stormvogels Sterns Aalscholvers Jagers
Arie van der Plas
F. Baalbergen
Huig van Rhee
Aat Slot
Maart Souverijn
Piet Pronk
Kees van Beelen
Dick Schonenberg
Jaap de Bruin
Piet van Duin
Wim van der Oever
Dick Plug
Kees Schuitemaker

deze werden voor het kamp ingedeeld in:
Jagers Stormvogels
Arie van der Plas
Kees van Beelen
L. Baalbergen
Huig van Rhee
Jaap de Bruin
Maart Souverijn
(Deze kunnen alleen 's avonds)
Gijs van Duin van de Neptunusgroep
Piet van Duin
Wim v.d. Oever
Piet Pronk
Dick Plug
Kees Schuitemaker
Chris Schonenberg
Aat Slot (deze moest 's avonds weer weg daar hij moest varen)

Programma: (logboek troep, schipper Parlevliet)

Maandag 12 augustus. Alle handbagage wordt op een handwagen geladen en vanaf de Drieplassenweg vertrek naar de bunkers. Opening met het breken van de vlag en het zingen van "Hoort zegt het voort". Het kamp wordt opgebouwd en er wordt grkookt. 's Avonds een kampvuur: gezongen, verteld en artikel 10 van de wet besproken aan de hand van 1 Kor. 6:19-20 (in het kamp werd de dag  begonnen met een bijbeltekst en afgesloten met het behandelen van een artikel van de wet, meestal aan de hand van een bijbeltekst)

Dinsdag. Ochtendgymnastiek en lezen van Ps: 119: 9-16. Door het slechte weer zijn buitenactiviteieten niet mogelijk, daarom in de tenten instructie en liedjes geleerd. Door de harde wind slaat de regen door de achterwand van de tent.
"Bij het inspecteren der tenten bleek dat tent no 1 neiging vertoond om te gaan scheuren. Hij wordt daarom direct afgebroken. Hetzelfde euvel werd enige tijd later bij de fouragetent opgemerkt en deze ging dezelfde weg. Het weer bleef slecht, de tenten klapperden en rukten geweldig. Na gezamelijk overleg werd besloten om alle tenten nu op te breken, de jongens gedeeltelijk in de bunker te laten slapen en gedeeltelijk voor een nacht naar huis te sturen. Het was geen prettig besluit, maar het moest. Er meost dus weer heel wat werk worden verzet. Toch hadden we tijd om zelf ons brood te snijden. Een vraag aan het in het troephuis kamperend vendel was voldoende en om 7 uur werd gezamelijk met de padvinders in de pionierskamer gegeten. Daar we ook werden uitgenodigd voor een door de meisjes te geven kampvuur, bleven we ook de verdere avond in het troephuis. Het gezellige kampvuur vergoedde veel van de verloren dag"

Woensdag. 's Middags wordt het weer beter en worden de tenten weer opgezet, waarvan er twee stuk zijn. Er wordt gezwommen.
"In of beter voor de leiderstent stormde het nog een uurje na en werden verschillende grieven en fouten van elkaar in volle harmonie maar eerlijk en op padvindersmanier besproken".

Donderdag. De morgen was nodig voor het koken. 's Middags een anzichtkaart-estafette. Na het eten zwemmen en varen. 's Avonds werd er een avondoefening gehouden in de vorm van smokkelaars en douane.
"Door de duisternis viel het niet mee om zich te orienteren. De stuurman die 's middags het terrein had verkend, wist eerst zelf niet meer waar hij zijn moest. Dankzij de duisternis werd er dan ook geen enkele smokkelaar gepakt"

Vrijdag. Voorbereiding voor het kampvuur met ouders. Door slechter weer en regen verhuisde het met medewerking van het vendel naar het troephuis en werd een succes.

Zaterdag 17 augustus.  In de regen wordt het kamp opgebroken en gaat ieder doornat naar huis.

" Algemene indruk: Een kamp met weinig  instructies, veel slecht weer en toch vonden de jongens het jammer dat we moesten opbreken. Een kamp, waarin nog veel was dat beter kon, maar waarin jongens en leiders veel hebben geleerd.
Fouten: Te veel tijd gebruikt voor foerageren en koken. Niet altijd gehouden aan bakssysteem.
Wenken voor volgend kamp:
1  Een goed en tot in kleinigheden uitwerken van het gehele programma is beslist nodig.
2  Neem het niet te makkelijk op en stel alles op schrift.
3  Sla groenten en aardappelen een dag van tevoren in.
4  Ga bij werkverdeling van te voren na of iedere ass. leider en leider z'n taak behoorlijk voorbereidt"
 


Zomerkamp Dorus Rijkers en Abel Tasman 1946

Weerselo (landverkennerskamp)

Schipper: Leen Haasnoot, Niek Ravensbergen
 
 


Zomerkamp Julianatroep 1946

De bunkers in de Zuidduinen, 5 - 10 augustus (landverkennerskamp)

Schipper: Jan Vink
twee stuurlieden:

12 jongens
 

Programma: (logboek troep, schipper Vink)

Maandag 5 augustus. Opbouw van het kamp. Stralende zon en snikheet.
"We hebben eerst brood gegeten en daarna de tenten opgezet. Wat stonden ze mooi. Op de zeereep! Uitzicht op de heiige zee. Maar wat stonden ze ook gevaarlijk. Als de wind draaien ging kregen ze het volle pond. Maar enfin. De jongens wilden het graag...
Maar dan dreigende lucht. Donkere wolken pakten samen. Zwaar onweer was in de verte. Gelukkig kregen we hier maar een uitloper van de bui te pakken. Om 10 uur naar bed. Voor veel jongens de eerste nacht in een tent. De wind was om. Bolderend rukte hij aan de tentzeilen. Flapperend waren de daken."

Dinsdag.  Door de harde wind werd het klamp verplaatst.
" Baksgewijze pionierde men afzettingen en de tenten, pannentafels en mokkenbomen enz. Daarna werd er gekookt en van 12-2 uur was er gelegenheid  tot eten en opruimen. Na de rust werd er gevaren, gezwommen en aan sport gedaan."

Woensdag.
"8.30 Ontbijt. Vers brood met karnemelk! 9.30 Inspectie en vlag. Na 10 uur allerlei kampwerkzaamheden. Groenten schoonmaken, aardappelen schillen., Hout halen en hakken. Terrein opruimen.... Na de rust zwemmen etc.."

Donderdag. "Heerlijk heb ik me verslapen. Met een schok word ik om kwart over zeven wakker. Vlug reveille, wassen. Om half negen zijn we aan 't ontbijt. Verder verloopt de morgen als de vorige dagen. Na 't eten gaan we ter ruste onder stromende regen. We hebben de scheerlijnen ontspannen en laten het nu maar rustig pokke-putjes in het zand regenen. Na vieren is het buiig, maar niet meer zo druipend als daarvoor. De jongens gaan nu enthousiast aan 't koken voor plezier. Pannekoeken in alle groten en maten worden gefabriceerd. Stokbrood wordt gebakken, prachtig!"
Door de regen wordt 's avonds met de pioniers een binnekampvuur in de pionierskamer gehouden. Een mooie avond met recreaties in proza en poezie, met zang en zonder.

Vrijdag. Hetzelfde .
" Na 't avondeten begon om 8 uur de avondoefening. Een heerlijk spel, waarvan de schipper als kampwacht was uitgesloten. Douane en smokkelaars gingen elkaar te lijf. Geheimzinnig flikkerden in het donker plotseling lantaarnlichten. Angstig dronken kleine jongens met grote monden naar elkaar toe. Bang voor takken en windritselingen. 't Was een mooi spel"

Zaterdag 10 augustus. Het kamp werd opgebroken. De tenten bleven staan in overleg met schipper Parlevliet die ze daarna gebruiken zou.
 


Zomerkamp Neptunustroep 1946

Oisterwijk, huize Zonlicht, 22 - 17 augustus (landverkennerskamp)

Schipper: Planje
Stuurlieden: Cor Bloot, Planje

21 jongens, waaronder: Wim Lagemaat, Jan Bloot, Dirk Parlevliet, Chris Peters, Kees Bloot, Piet Oudshoorn, Wim Elkskamp, Gijs van Duyn, Bas Parlevliet, Kees van Delft, gebroeders Piers.

Programma (Logboek Eksters, Jan Bloot)

Maandag, 22 juli
" 't Hele transportbedrijf van Van Leeuwen stond tot onze beschikking. De wagen was in luxe uitvoering van Ford 1928. Succes was bij voorbaat gegarandeerd.
Het terrein bestond uit een groot gazon voor een groot houten landhuis, omgeven met vruchtbomen en andere bomen. Na de vesper kwam de heer des huize en heette ons welkom. Het was een bleekgezicht met snor en Franse physionomie; hij rookte Lucky Strike en verzocht de leiders bij hem thuis te komen. Verder enige dienstmaagden, waarvan er één niet deugt (vraag het maar aan Dirk Parlevliet)"

Dinsdag
"Stel u voor, een groepje halfnaakte, in de morgenkilte huiverende en slaperige in 't daglicht geeuwende knapen die stuntelig hun schipper staan na te apen: ziedaar de ochtend-gymnastiek; onze eerste recreatie.
De morgen hebben we met zwemmen in 't schaapsven doorgebracht, we hebben ons 4x aan en uitgekleed. Toen we weggingen dook een kapelaan met zijn kudde verkenners in 't water en laat die nou net een bekeuring krijgen. 't Kan verkeren.
Tegen de avond blijkt Dirk Parl het hele kamp geïnfecteerd te hebben met koerang. De toestand in het kamp wordt ondragelijk en een meeting wordt belegd, waar verteld wordt dat de stuurlui + schipper in weelde baden en pudding aten. Verder zouden zij eieren in de sla doen en Amerikaanse cigaretten roken, terwijl Jan met de Pet crepeert van de honger. De verontwaardiging is van de gezichten af te lezen. Chris Peters z'n tabak is afgepakt (!) en nu spelen de stuurlui er mooi weer mee"

Woensdag
"Na het zwemmen zijn we naar het Staalbergse ven getogen wat een natuurbad is. In het dorp eerst nog wat pruimen, brood, ijs en andere waar gekocht. Hier bleek Wim Lagemaat nogal lastig, waarmee hij zich de nodige pesterijen op z'n hals haalde zoals onder water houden en jonassen."

Donderdag
"Er blijkt voor het morgenmaal te weinig brood te zijn, zodat Wim Elskamp een hongertocht naar het dorp onderneemt.
De hele morgen dreigen er ongeregeldheden uit te breken, zodat de schipper van 't vrije initiatief met pijn in 't hart het oproer wendt en een model-dag uitvaardigt. De touwtjes worden streng aangetrokken en elke tent ziet er tot in de puntjes goed uit.
De schipper laat 's avonds de troep aan zijn stuurlieden, die een avondlijke vlaggeroof organiseren in de bossen en de hei. Dank zij de vele mogelijkheden van het terrein is dit een éclatant succes geworden"

Vrijdag
"Dankzij de grote eetlust van gisteren, kregen we geen eten voor elf uur. Er was geen brood, geen melk, geen groente (geen shag en geen vloei).
Na het diner zijn we gaan zwemmen, waarbij Bas Parlevliet op onverklaarbare wijze zijn zwembroekje kwijtraakte en zo, gelijk Neptunus, zijn redding vind in 't water. 't Verschijnen van de marechaussée bracht uitkomst, want we mochten er zonder bekeuring en Bas met broek uit.
Om 10 uur stak er noodweer op. In alle haast is de garage als nood-verblijf ingericht en 't kamp tegen de vlakte gelegd. Nauwelijks waren de jongens ondergebracht of van alle kanten brak er en kort maar zeldzaam hevig onweer los, waar alle stil van waren. Deze nacht werd met 21 jongens in 1 kamer doorgebracht en ze sliepen op en onder 't bed, op de stoelen en op de grond tot in de kast toe."

Zaterdag
"Hebben weer vlaggeroof gedaan, wat echter ontijdig afgebroken moest worden door de koddebeiers. In alle pais en vree hebben ze toen een grote wandeling gemaakt, waarbij we verscheidene bosmieren-kolonies gezien hebben.
's Avonds hebben we weer een tocht ondernomen, waarna een kampvuur gehouden werd. Het vuur was symbolisch voorgesteld door een stallantaarn, die dezelfde mystieke invloed bleek te hebben als de Rode Vlam, want indrukwekkend zaten wij daar in stilzwijgendheid totdat de schipper ons het volgende schone gezang leerde: Aan de rand van de Sahara woont de fakir Halve Garah."

Zondag
"Vandaag bestond de kerk voor de helft uit padvinders. Gelukkig duurde 'r niet lang, want het was lastig om te blijven luisteren. Na afloop van de dienst zijn we met z'n allen het orgel opgekropen waar mijn broer en ik een orgelbespeling gaven over enige welbekende verzen. Uit de kerk gekomen bleken er enkele knapen voor de verleiding bezweken te zijn en na 't geestelijk vocht nu wat ijs te consumeren. Heel begrijpelijk overigens na zo'n preek maar toch niet juist, reprimande volgde.
's Middags een grote zondagswandeling, waarbij we de weg zijn kwijtgeraakt. 's Avonds hadden we een groot kampvuur, waarbij de nodige recreaties te berde werden gebracht: Dirk Parlevliet: Ik ben Sultan Abdullah en kom van zeer ver .... volg mij; Piet Oudshoorn: Inname van Den Briel; Kees van Delft: Oh Allah, geef me een kanariepietje (3 ezels); Chris Peters: Paas, zeg mij wie hebt hij lief? En verder nog kampliedjes zoals: Een uil zat in de olmen en 't verhaal Er waren 3 rovers"

Maandag, 29 juli
"'s Morgens om 10 uur poogde de schipper telefonisch contact met Katwijk te krijgen, om Van Leeuwen eraan te herinneren dat we opgehaald moesten worden.
Het werd avond maar er kwam nog geen auto. Tegen 11 uur sloegen we maar weer een tent op waarin we met 20 man lagen. Het resultaat was datw e allen met het hoofd buiten de tent lagen en ik ook nog met mijn benen over al de andere benen lag. Om 1 uur verscheen de auto met de vader van Jaap Haasnoot en om 2 uur vertrokken we met de G.M.C. De jongens zwabberden in de vrachtauto slapend heen en weer en evenzo de petroleumlamp. Onze chauffeur stak z'n hoofd in het slootwater, om wakker te blijven."

"De schipper gaat ook nog kamperen met de jongens die niet meekonden naar Brabant, nl. in de bunker. Dat het kamp in Brabant geslaagd was, blijkt wel uit het feit dat de jongens uit andere groepen, die mee geweest zijn, bij ons willen komen. Dit blijkt niet te mogen"
 


Zomerkamp 1947 Bestevaer, Abel Tasman, Dorus Rijkers

Ootmarsum,  6 - 14 augustus (landverkennerskamp)

Schipper: Leen Haasnoot, Dick Parlevliet, Niek Ravensbergen
 



 
Zomerkamp 1947 Juliana

Ootmarsum, 14 - 22 augustus (landverkennerskamp)

Schipper: Jan Vink
Stuurlieden: Piet de Geus, Cor Bloot
Opstappers: Schipper Haasnoot en stuurman Jan Haasnoot

22 deelnemers
in de tent 't Heerenschool 3 patrouilleleiders en 1 verkenner:: Jan Bloot, Bas Parlevliet, Jaap Smallenbroek, Ernst Boekhoven


 

Programma: (logboek troep, schipper Vink, logboek Jan Bloot)

Donderdag 14 augustus. "'t is vroeg voor de Julianagroep. Om 5 uur 's morgens zullen we starten naar Ootmarsum. Alles was present behalve Jacques. Hij wordt uit bed gebeld.
Bij Hoevelaken even pauze. Een kop koffie voor de chauffeur en dan gaat het in tempo de lege rijksweg over, de Veluwe over naar Apeldoorn...
Met enthousiasme worden we door de groepen die reeds gekampeerd hebben opgewacht. Het loeien van de claxon bracht de jongens tezamen voor onze luisterrijke ontvangst "

"Het weer was mooi! Droog en warm. Maar de twee pompen, die ons terrein bezat gaven water. Koel en zuiver. De eerste dag gaf pomp 1 weliswaar "tandpastawater" (een verkenner van het vorige kamp had er een tube tandpasta in laten vallen) maar dat was gauw voorbij. Prachtig lagen de vier patrouilletenten. Keurig werden de vier sub-kampjes ingericht. En de leiderstent lag niet minder mooi. De jongens mochten het geval spottend het Mallegat noemen. Het was in geen geval en mal gat.

Naast de gewone kampbezigheden (een koe is er gekocht , gebraden en gebakken!), hebben we veel gemeenschappelijke- en baksexcursies gemaakt. Veel zelfstandig zwerven is het geworden en met goede resultaten.

Kraaienesten werden gepionierd. Een veldtelefoon aangelegd. Wat kroop onze technicus Bas Parlevliet niet als een bull-dog over de grond, nagekropen door het dwerg-pineutje Ernst Boekhoven.

's Zondags zijn we ter kerk gegaan. Een lange, warme weg. Twee Ootmarsumse verkenners hebben die zondagmiddag een prachtwandeling met ons gemaakt.

Onze gasten waren schipper en stuurman Haasnoot. Zij waren goede gasten. Hun muziek klonk soms ver in 't ronde. Dan zaten zij al musicerend in de kraaiennesten. En wat ijselijk verhaal vertelde stuurman Jan ons. Twee avonden had hij er een vol uur voor nodig.

De stemming in het kamp was goed. De proefname: veel vrijheid geven. Zelfstandig alles laten opknappen, heeft uitstekend voldaan.

Te vroeg starten we vrijdagmorgen om 6 uur voor de toer naar Katwijk. Weer snelde de Mack over de felbezonde wegen. Half twee 's middags waren we thuis!"

logboek Jan Bloot:

We hebben nog een avondspel gespeeld. De twee partijen, smokkelaars en douane hebben elkaar danig dwarsgezeten. Het terrein was wel byzonder geschikt hiervoor. Het gevolg was, dat er veel jongens gevallen en gestruikeld zijn.
Bas Parlevliet had zijn veldtelephoon meegenomen. Wat hebben we een moeite gedaan om de leiding naar de leiderstent te leggen. Het was een ontzaglijke afstand. Het draad was echter te dun, zofdat het elk ogenblik weer brak.
We aten nogal vaak appelmoes, aangezien de fouragemeester een grote hoeveelheid wormstekige, waaibomen appelen op de kop had weten te tikken.
Zaterdag hadden w e haast brand gehad. Bij de controle door de schippers, bleek dat de plaggen op de vuurtafel waren gaan gloeien. Wij hebben toen, in pyama, kwistig met water gestrooid, zodat het gevaar bezworen is.
 



 
     Zomerkamp 1948

Maarn, landgoed "Laag Kanje" van Jhr.  W.H. de Beaufort, 31 juli - 7 augustus

Schippers: Jan Vink, Niek Ravensbergen, Leen Haasnoot (Kampformulier Archief Ravensbergen)
Akela's: Cis de Jong, Dien te Paske, Ans Voortman.
EHBO instructeur: J. Pluimgraaff
Welpenhulp: Jan Bloot

Officieel programma: (logboek Julianatroept)

Zaterdag, 31 juli 1948. Opbouw van het kamp en inkopen doen, koken. 's Avonds vroeg naar bed.

Zondag.  Wijdingsdienst in  het kamp. Wandeling  in omgeving.

Maandag.  's Ochtends koken en pionieren. 's Middags tocht naar Woestduin. s'Avonds spel.

Dinsdag.  's Ochtends koken, inkopen, pionieren enz. . 's Middags zwerftocht in noordelijke richting per bak. 5 uur terug. s'Avonds kampvuur met welpen.
"Maandag kwam een telegram met de volgen"

Woensdag.  's Ochtends koken, instructies. 's Middags sportspelen en wedstrijden, helpen bij vertrek welpen. s'Avonds vrij, of indien mogelijk avondoefening.

Donderdag.  's Ochtends grote zwerftocht. Vertrek 10 uur, terug 5 uur. 's Middags na terugkomst koken. s'Avonds eten en vroeg naar bed.

Vrijdag.  's Ochtends koken enz. 's Middags tocht naar Woestduin. s'Avonds sluitingskampvuur.

Zaterdag 7 augusturs.  Opbreken en vertrek.

Telegram 2 augustus 1948: Koninklijk commissaris en Hoofdcommissaris op inspectietocht zomerkampen zullen in de loop van morgenmiddag naar alle waarschijnlijkheid uw kampen bezoeken. H.J. Spijkerman. secr. Nat. Hoofdkantoor.

(logboek Dorus Rijkers, schipper Haasnoot)
"Dit jaar hielden zowel de drie horden als de 4 groepen een gezamenlijk zomerkamp, dat met vrij goed zomerweer gepaard ging: niet te warm, niet te koud en af en toe en buitje en een flink onweer. Het kamp is zonder ongelukken gepasseerd en er is behoorlijk gewerkt en aardige tochten zijn gemaakt met twee avondspelen, waarvan één op een mislukking dreigde uit te lopen.
Het vervoer ging in étappes. Héén een vrachtwagen, een personen-vrachtwagen en de rest per fiets. Terug: één vrachtwagen die Oegstgeest bracht en ons met de vracht en de verkenners terug nam. De welpen waren woensdagavond al vertrokken. De anderen gingen in groepjes terug naar Katwijk."

(Logboek Jan Bloot:)
"Maandag kwam een telegram met de volgende inhoud: Koninklijke Commissaris en Hoofdcommissaris op inspectietocht zullen in de loop van morgenmiddag naar alle waarschijnlijkheid uw kampen bezoeken.
Dinsdag kwam dan de Prins en Roest van limburg. Zij werden op het eind van de middag verwacht. Maar zoals dat te verwachten is, kwamen de hoge Omes pas tegen het donker. Alle welpen en verkenners met hun leiders waren in spanning. Een programma voor deze avond was opgeteld. Eerst zouden de leiders voorgesteld worden aan de commissarissen, een paar bakken zouden recreaties opvoeren en Gerrit Schaap zou hen toespreken. De rechte stemming was er: een paar in de buurt wonende burgers waren ook verschenen, evenals twee veldwachters om eventuele orde te bewaren. Prins Bernard en Roest van Limburg arriveerden in een auto uit Zuid Holland. Nadat zij zich voorgesteld hadden, kwamen de hoge gasten weer in de kring van verkenners en welpen. Zij bleven echter erg op de achtergrond, toen de recreaties gedaan werden. Nadat Gerrit Schaap in welgekozen woorden (wat zal hij de hele dag nagedacht hebben) de bezoekers toegesproken had en Roes van Limburg gezegd had, dat hij alles in orde bevonden had, verdwenen ze weer. De welpen, die per jeep aangevoerd waren, gingen weer naar de boerderij.
Dien te Paske vertelde mij dat het allemaal nep geweest was. De leiders, die dit nog niet wisten, hadden dit bij de kennismaking van aangezicht tot aangezicht gemerkt. De volgende ochtend kwam bij de verkenners, bij het breken van de vlag, de ontknoping: De Prins was de Prins niet. De prins had het broekje van Pluimgraaf aan. De politie zat in het complot. De lintjes van "Prins Bernhara" kwamen van een gitaar. Een postbeambte had voor het telegram gezorgd. Iedereen was erin gevlogen."

In een brief naar huis: (Logboek Jan Bloot:)
"Donderdag is er gevochten want 10 over negen zouden we 's avonds gaan zingen, maar er werd in de leiderstent een briefje gevonden en daar stond in, dat de leiders ontvoerd waren en waar ze zaten. Toen we op de plaats kwamen waar ze zaten, kwamen de grootste jongens uit het bos en begonnen ze te vechten. Ik wou Jaap Smallenbroek een klap in z'n gezicht geven maar Jaap gaf mij een stomp. Mijn klap kwam goed terecht, ondanks die stomp en Maart van Duyn kreeg een schop tegen zijn achterhoofd, zodat hij een lichte hersenschudding heeft"
 


Zomerkamp 1949

Stroe

Schipper: Dik Parlevliet (BV), Leen Haasnoot (DR), Niek Ravensbergen (AT)
Stuurlieden: Jaap Pluimgraaff (DR)

Neptunus en trawanten: de bootslieden
 
Per fiets met 
Haasnoot en Ravensbergen
Met de auto met
Parlevliet en Pluimgraaff
Verder
Piet Elskamp
Joop Heuseveld
Hans Heuseveld
Kees Ravensbergen
Kees Houwaard
Henk Elsgeest
Kees van Beelen
Kees Schuitemaker
Huig van Rhee
Dik Schoonenberg
Toob de Konink
Dik van Duyn
Gerrit de Jong
Dik van Rijn
Leen Baalbergen

Han van der Maaden
Kees Parlevliet
Harry van der Maaden
Krijn Schaap
Hans van Duyvenbode
Bram Ouwehand

Jan van Rhee

Kees Lugthart
Fieko Kalsbeek
Kees Schaap
(logboek Niek Ravensbergen)
 

Programma

(Logboek Dorus Rijkerstroep, Schipper Haasnoot):
Achteraf wel één van de meeste geslaagde zomerkampen van na de oorlog. Van begin tot eind het prachtigste weer, dat dankbaar was, een uitgelezen terrein en een gezellige, opgeruimde sfeer vol malligheid. Geen zieken en geen wespen of muggen.
't Was voor de moeite jammer, dat zo weinigen uiteindelijk meegingen: Arenden 2, Spechten 4, Sperwers 3, Valken 1!  Hetzelfde verschijnsel bleek ook bij andere groepen waarneembaar. Maar 't voornaamste: 't was reuze!