19.. Dorus Rijkers
In navolging van de zeevaart, waar zeelieden door Neptunus gedoopt worden als ze voor het eerst de evenaar (de Linie) passeren, verschijnt de godheid ook op een zeeverkennerskamp om de teerpootjes te dopen die voor het eerst op kamp zijn. 's Morgens vroeg, of later op de dag bij verrassing als de boten terugkomen, komt hij aangevaren met zijn trawanten en zet zich op zijn troon. Vervolgens zoeken de trawanten de dopelingen bij elkaar die het (nutteloze) recht hebben zich te verbergen. Dan leest Neptunus de dooprol voor. Hierbij twee versies:
 
Aan allen die dit hoort of leest: Saluut

Wij, Neptunus, God der zeven zeeen, benoorden en bezuiden de linie verklaren dat:

. . . 

de 26e van de Hooi-maand anno 1964 tot matroos werden gedoopt. Aldus gedaan en getekend

Neptunus en zijn trawanten


1961

 
Wij, Neptunus, God der zeven zeeen, meren en kreken, van sloten, dakgoten, van regentonnen en pispotten en alle nederige wateren ten noorden en zuiden van de linie, dopen hierbij de volgende nietswaardige dekzwabbers van de Dorus Rijkers troep die voor mij verschenen op de Vetwei in Nieuwkoop tot volwaardige zeelieden:
 

Aldus gedaan en getekend, de .. van de hooimaand van het jaar des heren 1972

Neptunus en zijn trawanten

 

De dooprol is gedateerd met een oude maandaanduiding: juli is de hooimaand, augustus de oogstmaand
 

Soms wordt Zijne Hoogheid vergezeld door Neptunia

De dopelingen moeten (zoemend) een kort parkoers afleggen onder zeilen en netten, waarbij ze ingezeept worden met modder (in Nieuwkoop veen uit de plas). Dan wordt ieder naar voren geroepen, voor Neptunus, die hem doopt met een nieuwe naam (waar de leiding de avond tot diep in nacht op heeft zitten blokken). Ze krijgen een lepel van de overheerlijke doopdrank, volgens geheim schippersrecept, waarna iedereen in de boot naar de plas gaat om zich weer schoon te wassen.
Op de zeevaart is het dan gebruikelijk dat de omstanders Neptunus en zijn trawanten in het water kieperen, maar deze traditie heeft de zeeverkennerij maar niet overgenomen.
 

 

 
 
 

Het dopen kan echter uit de hand lopen. Uiteindelijk is het een soort vernederingsritueel van de zwaksten. Die schande wil een jongen, als hij ouder is, weer goedmaken door nieuwe doopleden stevig aan te pakken. Dat maakt niet het mooiste in de mens los. De jongens zeuren dus altijd dat het niet zwaar genoeg was, in zijn tijd was het veel erger. Opgehitst door sterke verhalen zijn jongens soms zo bang dat ze gekleed gaan slapen en het kamp pas leuk wordt als Neptunus is geweest. Dat is toch niet de bedoeling van en ritueel dat voor iedereen plezierig moet zijn.
Bij de Dorus Rijkerstroep is daarom in de zeventiger jaren overwogen om het af te schaffen. Maar ja, het is toch een mooi en oud ritueel. Uiteindelijk is het gebleven en zijn de mogelijke uitwassen bestreden door Neptunus vroeg in het kamp uit te nodigen, de jongens van te voren duidelijk te maken wat er gebeuren zal en een goede keuze en instructie van de trawanten (en vanzelfsprekend een verbod op ieder ander om de dopelingen aan te raken).

Hoe het er tegenwoordig aan toegaat is niet helemaal duidelijk. Het blijft een lastig punt, want op een vraag hierover aan de schippers kwam maar één antwoord binnen, van de Dorus Rijkers. Ook uit de Vlokfilm blijkt al dat het er bij deze wacht redelijk aan toe gaat. Traditioneel en niet hard. Ieder dopeling mag ook een oudere jongen kiezen die mee moet doen. Ze staan dus niet alleen. Wel heeft het dopen zich erg uitgebreid. Net als op zee is de doop van Neptunus eenmalig. Dan hoor je voor eeuwig tot het zeemansvolk. Maar in Katwijk wordt soms al bij de welpen gedoopt, vervolgens bij de verkenners, maar als bootsman weer afgedoopt om vervolgens bij de Wilde Vaert weer opnieuw keer gedoopt te worden.